Tubantia over het binnenklimaat
Wie al abonnee van de Tubantia is kan zich afgelopen weekend helemaal laten informeren over de belabberde staat, maar ook de mogelijkheden van ons binnenklimaat. Voor de coronacrisis ging het eigenlijk altijd over het buitenklimaat, maar nu wordt er eindelijk veel meer onderzoek gedaan naar het binnenklimaat. Uit de onderzoeken blijkt dat we er veel te weinig aandacht aan besteden, terwijl we er het grootste gedeelte van de dag mee te doen hebben. Omdat het in ieders vitale belang is hebben we hier de links naar de premium berichten geplaatst. Alleen de tekst (als naslagwerk) vind je eronder.
Luchtkwaliteit in huis valt vaak vies tegen
Corona en het klimaat in je huis, hoe zit dat eigenlijk?
Lucht in huis vaak ongezond, blijkt uit groot onderzoek van TNO
Fijnstofspecialist TNO is duidelijk: ‘In elk huis hoort een fijnstofmeter’
Luchtkwaliteit in huis valt vaak vies tegen
Leo van Raaij 06-06-20, 12:00 Laatste update: 16:32
De luchtkwaliteit in huis valt vaak vies tegen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van TNO, dat in het najaar uitkomt. Het Schone Oosten nam een voorschot op de resultaten en testte het binnenklimaat in diverse woningen. Dat was soms even schrikken.
Redacteur Judah Bolink van Het Schone Oosten kreeg 17 april, ’s nachts om 12.00 uur, een wake-up call. Letterlijk én figuurlijk. Toen hij op de AirVisual Pro naast zijn bed keek, zag hij dat de concentratie koolstofdioxide (CO2) in zijn slaapkamer was gestegen tot ruim 1.600 ppm (parts per million, een maat voor concentratie). Ruim meer dan wat gezond wordt geacht. Die grens ligt bij circa 1.200 ppm, maar een waarde tussen 750 en 1.200 is al niet echt fris, zegt Milieu Centraal .
Enigszins ter geruststelling: pas bij CO2-concentraties in de buurt van de 30.000 ppm ontstaan gezondheidsklachten die direct te wijten zijn aan een grote concentratie CO2, zegt het RIVM. Desondanks betekent dit niet dat collega Bolink rustig kan gaan slapen met het raam dicht. De concentratie CO2 wordt namelijk ook gezien als een graadmeter voor goede ventilatie van een ruimte. Daar mankeert het dus aan, in de slaapkamer van Judah. En daar niet alleen.
Ventilatieroosters erbij
Ook Angelien Doornbos uit Zwolle niet zo blij met de meetresultaten die Het Schone Oosten in haar huurwoning vond. De CO2-concentratie in haar huiskamer is constant aan de hoge kant, variërend van 600 tot ruim 1.100 ppm. „Dat is wel iets dat ik graag met andere huurders wil delen. De woningbouwvereniging wil gaan isoleren, omdat de woningen nogal koud zijn. Maar dan moeten er dus wel ventilatieroosters bij komen”, constateert Angelien.
Bij veel CO2 mankeert er wat aan de ventilatie en is het dus aannemelijk dat ook andere, mogelijk wél schadelijke stoffen binnenshuis aanwezig zijn en blijven hangen. Denk aan schimmels en fijnstof. Of stikstofdioxide (NO2), dat onder meer ontstaat bij koken op gas. Overigens, die NO2 kon het apparaat van Het Schone Oosten niet meten.
Maar om te laten zien wat er nog meer gebeurt tijdens het koken, ging redacteur Niek Opten van Het Schone Oosten in Nijmegen met zijn gezin gezellig gourmetten, met de ramen en deuren dicht. De hoeveelheid fijnstof in zijn huiskamer piekte naar 170 microgram per kubieke meter. De grenswaarde die de Wereldgezondheidsorganisatie WHO voor fijnstof hanteert is 10 microgram per kubieke meter.
Fijnstof is niet zo fijn
Die 10 microgram is overigens een jaargemiddelde, wat niet wil zeggen dat inademing van een kortdurende piek geen effect heeft. Fijnstof is namelijk helemaal niet zo fijn. Zeker niet voor de mens. De zeer fijne variant, kleiner dan 2,5 microgram, dringt door in de longen en kan daar longklachten veroorzaken. En dan is er ook nog últrafijnstof - kleiner dan 0,1 micrometer - dat via de longen in de bloedbaan kan komen.
Wat ultrafijnstof precies doet in het lichaam, is nog niet helemaal duidelijk. Maar uit drie studies van het RIVM onder 191 basisschoolkinderen in de buurt van Schiphol, 21 volwassenen en een laboratoriumonderzoek, blijkt dat kortdurende blootstelling aan ultrafijnstof in ieder geval allerlei gezondheidseffecten had. Zoals vermindering van longfunctie en verandering van de hartfunctie bij gezonde volwassenen.
Dat fijnstof, in al zijn varianten, zweeft dus ook door woningen. Sowieso omdat circa 60 procent van de lucht in woningen van buiten komt, zo blijkt uit onderzoek van TNO. Maar wat de metingen van Het Schone Oosten ook aangaven, is dat het gedrag van bewoners eveneens een grote rol speelt.
Nasi doet fijnstofuitstoot stijgen
Dat hij de hoeveelheid fijnstof in zijn huis voor een korte periode flink kan stijgen, ervoer bijvoorbeeld ook Schone Oosten-redacteur Leo van Raaij. Hij bakte en braadde in Almelo een flinke pan nasi, met de afzuigkap uit en het meetapparaat op een halve meter afstand. De fijnstofconcentratie schoot omhoog naar meer dan 200 microgram per kubieke meter. Toen de afzuigkap aan ging – met een afvoer naar buiten - verdween de fijnstof razendsnel.
Ventileren is essentieel
Ofwel: ventileren is essentieel. Maar niet altijd, zo ontdekte Leo toen hij ’s ochtends de keukendeur open zette. Plots steeg de hoeveelheid fijnstof binnen, die dus van buiten moet zijn gekomen. Zoals van een houtkachel, industrie, wegverkeer of de barbecue van datajournalist Martijn Bekhuis…
Martijn bleek op het terras achter zijn woning in Hengelo in staat per kubieke meter 1.800 microgram fijnstof te produceren, met zijn barbecue. Buiten gemeten, hoewel het apparaat wel op 3 meter van de barbecue stond. Mocht die fijnstof ‘naar binnen geventileerd’ worden, dan blijft het daar hangen wanneer de lucht niet wordt ververst.
De redacteuren van Het Schone Oosten wonen allen in koopwoningen. De kwaliteit van de lucht in oudere sociale huurwoningen - zoals het huis van Angelien Doornbos - is vaker slechter van kwaliteit, zo blijkt uit eerder onderzoek van TNO. Niet alleen is de CO2-concentratie vaak hoger, ook de hoeveelheid stikstofdioxide.
Om haar huiskamer te ventileren kan Angelien Doornbos, naast één bovenlicht en openslaande tuindeuren, één ventilatierooster open zetten. In de dichte keuken zit, bij wijze van afzuigkap, een opening van mechanische ventilatie hoog boven het gasfornuis. Haar kookgedrag maakt echter dat er desondanks geen hoge fijnstofconcentraties ontstaan: ze eet geen vlees en bakt nauwelijks in olie. Een geluk bij een ongeluk.
Corona en het klimaat in je huis, hoe zit dat eigenlijk?
TIPSUit onderzoeken blijkt dat de kans op besmetting met het coronavirus binnen waarschijnlijk juist groter is dan buiten. Toch wordt mensen geadviseerd thuis te blijven. Hoe zit dat?
Leo van Raaij 07-06-20, 13:00 Laatste update: 13:25
Met veel mensen in een kleine, slecht geventileerde ruimte bij elkaar gaan zitten, is hét recept voor een snelle verspreiding van virussen, blijkt uit bepaalde onderzoeken.
Dus ook het coronavirus. In een kleine ruimte is de concentratie van kleine druppeltjes met het virus - de aërosolen - groter. En bij slechte ventilatie blijven deze langer in de lucht hangen.
Het klinkt logisch, maar of het écht zo is, staat nog niet onomstotelijk vast. Dat ventilatie een belangrijke rol speelt, is echter wél zeker, zegt Francesco Franchimont.
Al op 13 maart, de dag dat de ‘intelligente lockdown’ in ging, schreef hij een onderbouwd artikel over de verspreiding van het coronavirus in gebouwen. Dat hij dat al zo snel kon doen, was niet zo vreemd als wellicht lijkt. Hij promoveerde in 2009 aan de TU Eindhoven op het proefschrift Healthy Building Services for the 21st Century, waarin hij onder andere aandacht schonk aan wat te doen in gebouwen bij een pandemie.
Goede ventilatie essentieel
Volgens Franchimon is goede ventilatie essentieel voor gebouwen waar de anderhalvemetermaatregelen nageleefd kunnen worden. Denk aan kantoren, grote commerciële complexen en publieke gebouwen, die een centraal ventilatiesysteem hebben.
„„Ventilatie in gebouwen kan de overdracht van infectieziekten reduceren’’, zegt Franchimon. „„Daar is brede consensus over.’’
Francesco Franchimon
Het doel van ventileren is immers het verdunnen van de vervuiling door lucht toe te voeren en het verwijderen van de vervuiling door lucht af te voeren. Door ventilatie wordt zo de concentratie kleine druppeltjes, de aërosolen, verminderd. Met als gevolg een kleinere kans op besmetting.
,,Je zou je ook niet moeten recirculeren zonder te ventileren’’, zegt Franchimon. „In ruimten waar alleen een airco unit hangt die alleen verwarmt of koelt moet men dus voorzichtig zijn indien er niet ook geventileerd wordt.’’
Anderhalvemeterregel al niet te doen
Ook in veel huizen zitten tegenwoordig mechanische ventilatiesystemen. ,,Maar of die wel of juist niet goed werken tegen het coronavirus, doet er voor de bewoners feitelijk niet toe”, stelt Franchimon. „In woningen is het hanteren van de anderhalvemeterregel al niet te doen. Dan is het de vraag of ventileren helpt tegen het coronavirus.’’
Blijft staan dat voor een gezond binnenklimaat het ventileren van woningen essentieel is, niet alleen in coronatijd. De ramen geregeld open zetten dus. Dat kan trouwens ook de oplossing zijn voor grote gebouwen waar het ventilatiesysteem niet voldoet.
,,Met het openzetten van de ramen en alle binnendeuren kan bij gebouwen 12 tot 52 keer per uur de vuile lucht uit de ruimten verdrongen worden’’, zegt Franchimon. Hoe vaak, hangt af van bijvoorbeeld de plafondhoogte, grootte van de ramen en hoe hard het waait.
De adviezen van Franchimon voor gebouwbeheerders:
- Zet de ventilatie zo mogelijk 24 uur per dag in de hoogste stand, eventueel ’s nachts wat lager
- Stel eventueel aanwezige bevochtigingsinstallaties in op maximaal 30% relatieve vochtigheid
- Pas geen recirculatie toe in ventilatiesystemen
- Wees voorzichtig met lokale airco units wanneer er geen ventilatie is
- Zet, waar dat kan, ramen en deuren open. Een gebouw met een mechanisch ventilatiesysteem kan zo in 5 minuten geheel ‘doorgespoeld’ worden
- Sluit de deksel van het toilet bij het doorspoelen (bij het doorspoelen ontstaat een ‘explosie’ van aërosolen)
- Zuig 24 uur per dag de toiletten af en zorg dat daar de ramen gesloten zijn
- Voorkom dat sifons en watersloten droog komen te staan, want daardoor ontstaat een open verbinding met het riool
Lucht in huis vaak ongezond, blijkt uit groot onderzoek van TNO
De lucht in woningen is vaak ongezond, zo blijkt uit praktijkonderzoek van TNO, dat in het najaar wordt gepubliceerd. Volgens TNO-onderzoeker Piet Jacobs moet luchtkwaliteit in woningen meer aandacht krijgen. Bijvoorbeeld door het aanpassen van de bouwregels.
Leo van Raaij 05-06-20, 19:30 Laatste update: 19:32
Het onderzoek toont volgens Jacobs aan dat in een op de zes woningen geregeld concentraties stoffen aanwezig zijn, die boven de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uitkomen. Het gaat bijvoorbeeld om NO2, CO2, fijnstof en schimmels.
TNO mat de kwaliteit van het binnenklimaat een jaar lang in 750 Nederlandse woningen. Daarmee kunnen de gevonden hoeveelheden goed vergeleken worden met de advieswaarden van de WHO. Die beslaan een gemiddelde over een jaar. Niet eerder werd een zo omvangrijk praktijkonderzoek gedaan.
Te weinig aandacht
Volgens Jacobs is er ten onrechte weinig aandacht voor de luchtkwaliteit in woningen. „Mensen verblijven namelijk langer binnen dan buiten.” Vooral tijdens het koken kan de luchtkwaliteit in woningen sterk achteruit gaan. De bouwregels voor ventilatie zijn volgens hem onvoldoende. Die moeten aangepast worden, zegt hij.
„In een aantal huizen waar werd gemeten was de afzuigcapaciteit slechts 40 m3/uur. De bouwregelgeving gaat overigens uit van 75 m3/uur. Terwijl minstens 300 m3 noodzakelijk is. Die regelgeving moet worden herzien”, zegt Jacobs. „Dit is vooral belangrijk voor luchtdichte energiezuinige nieuwbouwwoningen, waar fijnstof urenlang kan blijven hangen.”
Volgens Jacobs zou eigenlijk in elk huis een fijnstofmeter moeten hangen. De redactie van Het Schone Oosten, de samenwerking tussen de Stentor, De Gelderlander enTwentsche Courant Tubantia, deed zelf onderzoek naar de luchtkwaliteit in vijf woningen in Oost-Nederland en publiceert daar zaterdag over. De luchtkwaliteit blijkt ook sterk afhankelijk van het gedrag van de bewoners.
Fijnstofspecialist TNO is duidelijk: ‘In elk huis hoort een fijnstofmeter’
DELFT - ‘Blijf binnen!’, is de boodschap heden ten dage uitgevent wordt. Jammer alleen dat het in huis ook niet altijd zo gezond is, blijkt uit een onderzoek van TNO. Er is echter wat te doen aan een slecht binnenklimaat.
Leo van Raaij 05-06-20, 19:30 Laatste update: 08:34
Door met z’n allen binnen te gaan zitten proberen we te ontkomen aan het coronavirus. Alleen is de kwaliteit van de lucht in huis vaak belabberd, zoals juist nu blijkt uit een nieuw onderzoek van TNO. Een jaar lang werd in 750 Nederlandse woningen de kwaliteit van binnenklimaat gemeten.
Volgens Piet Jacobs, senior-onderzoeker en fijnstofspecialist bij TNO, is die schaalgrootte ongekend. „Dit is het grootste onderzoek dat ik ken, wereldwijd’’, aldus Jacobs.
De definitieve resultaten worden pas in het najaar geopenbaard, maar uit een al eerder gepubliceerd overzicht blijkt dat, een op de zes woningen geregeld boven de advieswaarden van de WHO uitkomt.
„Dat komt met name door koken en bakken op hogere temperaturen in oliën en vetten’’, zegt Jacobs. „Vooral tussen 18.00 en 20.00 uur ’s avonds is de concentratie fijnstof veel hoger dan buiten. In veel woningen blijft dit ook uren hangen, tot wel 23.00 uur ’s avonds.’’
Schade aan longen, hart en vaten
Deeltjes kleiner dan 10 micrometer kunnen worden ingeademd en komen zo in de longen en het lichaam terecht. Die fijnstof kan schade aan de longen, hart en vaten veroorzaken, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.
Maar ook irritatie van ogen, neus en keel, verergering van hart- en vaatziekten met een versnelde dood tot gevolg. Het effect op de gezondheid hangt wel af van de chemische samenstelling en grootte van de deeltjes.
Hoewel fijnstof in huis ook bijdraagt aan de totale effecten op het lichaam, is er eigenlijk weinig bekend over de precieze gezondheidseffecten. Het nieuwe onderzoek van TNO toont volgens Jacobs nu in ieder geval aan dat de luchtkwaliteit sterk achteruit kan gaan tijdens koken. Volgens Jacobs zou daarom eigenlijk in elk huis een fijnstofmeter moeten hangen.
Voor alle duidelijkheid: zijn onderzoek naar het binnenklimaat had geen enkele relatie met de coronacrisis. Het Schone Oosten, de onderzoeksredactie van de Stentor, de Gelderlander en De Twentsche Courant Tubantia, sprak Jacobs ruim voor de virusuitbraak. Op dat moment schreef hij aan de eindversie van de studie, die hij deed in opdracht van het Longfonds, Philips, Royal Haskoning DHV en ABN Amro.
Niemand heeft het over binnenmilieu
Het verbaast Jacobs dat er zo veel aandacht is voor de kwaliteit van de buitenlucht, terwijl niemand het heeft over het binnenmilieu. „De WHO-jaargemiddelde advieswaarde voor stikstofdioxide (NO2) is 40 microgram per m3.
Bij koken op gas zonder goede afzuigkap schiet dat naar enkele honderden microgrammen. Het is aangetoond dat kinderen een 20% hogere kans hebben op luchtwegklachten wanneer in een woning op gas gekookt wordt’’, waarschuwt hij.
‘Beter elektrisch koken’
Dat er een jaar lang fijnstof is gemeten, is om de resultaten goed vergelijkbaar te maken met die normen van de WHO. Die gaan uit van een jaargemiddelde.
„Het maakt per seizoen nogal uit”, zegt Jacobs. „In de winter zal dat gemiddelde heel anders zijn dan in de zomer, wanneer een huis veel meer geventileerd wordt.’’
Die ventilatie is de oplossing, maar ook een deel van het probleem. „Stel dat je een biefstukje braadt in een moderne min of meer luchtdichte woning, en je doet dat op gas. En je hebt een recirculatie-afzuigkap. Dat komt min of meer neer op binnen een vuurtje stoken, zonder afvoer naar buiten.
In die afzuigkap zit weliswaar een koolstoffilter dat de geurtjes eruit haalt, maar nauwelijks de fijnstof en stikstofdioxide. Bovendien is dat filter na een paar maanden al verzadigd. Dan moet je een nieuwe in de afzuigkap doen.
Wanneer je op gas kookt, kun je dus beter geen recirculatie-afzuigkap gebruiken. Beter is ook elektrisch te koken, bijvoorbeeld met inductie.’’
Schimmels in 10% woon- of slaapkamers
En dan zijn er ook nog schimmels. Ontstaan door vocht en aanwezig in 10 procent van de Nederlandse woon- of slaapkamers, zo blijkt uit een literatuurstudie van het Woonfonds.
Jacobs: „Schimmels in de woon- en slaapkamer geven een verhoogde kans op astma. Mensen verblijven daar namelijk gemiddeld lang. Dat is echt wel een eyeopener. In oudere sociale woningenbouw is dit een serieus probleem. Bij oudere woningen loopt het percentage met schimmel in woon- of slaapkamer zelfs op tot 18 procent.’’
‘Vieze’ lucht en vocht verdwijnen door ventilatie. „Veel woningen hebben ventilatieroosters’’, zegt Jacobs. „Dat werkt aan de kant van de woning waar het waait, maar niet aan de lijzijde. Daar is dan veel te weinig ventilatie. In de slaapkamer is de lucht 20 uur per week onvoldoende van kwaliteit, zo blijkt uit ons onderzoek. Er is dan te veel CO2. Dat is wel 3 uur per dag.’’
40% van de fijnstof produceren de bewoners zelf, 60% komt van buiten. „Soms kun je dus beter niet ventileren”, zegt Jacobs. „Tenzij je de lucht die binnenkomt filtert, zoals bij balansventilatie. Kost je een tientje per jaar voor het vervangen van het filter. Maar dat zit alleen in modernere woningen.’’
Balansventilatie is volgens Jacobs een superieur systeem ten opzichte van roosters. „Ik pleit bovendien al jaren voor kanalen die goed ontworpen zijn: de goede diameter en niet te veel bochten. Maar ja, in veel woningen zitten die kanalen in de betonnen vloer. Kun je niets aan veranderen.’’
Zelf iets aan de luchtkwaliteit doen
Het goede nieuws is dat mensen ook zelf wat aan de luchtkwaliteit in huis kunnen doen. Veel zit immers in bewonersgedrag, zoals het koken. Of het branden van een kaars. „Wanneer ze mooi branden, oké’’, zegt Jacobs.
„Maar doe je ze in bijvoorbeeld een glaasje, dan wordt de luchttoevoer beperkt. Wat het effect is? Zet er maar eens eentje in de wc en kijken dan naar het plafond. Dan weet je het. Een flakkerende kaars brandt ook niet goed. En het roet dat ontstaat is kankerverwekkend.’’
Over een houtkachel hoef je het met Jacobs niet eens te hebben. En hij benoemt meer onverwachte fijnstofbronnen: spuiten met deodorant, een zakje popcorn openmaken dat in de magnetron is gemaakt. „Er komt allemaal (ultra)fijnstof bij vrij’’, zegt Jacobs. Zijn credo is daarom: niet roken, zonder goede afzuigkap niet koken en niet stoken.
Koken op gas desastreus voor de luchtkwaliteit
Het braden van vlees en het wokken van groenten geeft de meeste fijnstof. In deze baklucht bevinden zich deeltjes kleiner dan 1 micrometer, die een bijdrage vormen aan fijnstof. Uit onderzoek van TNO blijkt dat in woningen de concentratie fijnstof gedurende enkele uren na het koken veel hoger kan zijn dan de buitenconcentratie.
Bij tests in het TNO-laboratorium is gebleken dat minimaal 300 m3 lucht per uur ververst moet worden tijdens het koken. In een aantal huizen waar werd gemeten was de afzuigcapaciteit slechts 40 m3/uur. De bouwregelgeving gaat overigens uit van 75 m3/uur.
„Die regelgeving moet worden herzien’’, zegt Jacobs. „Dit is vooral belangrijk voor luchtdichte energiezuinige nieuwbouwwoningen, waar het fijnstof urenlang kan blijven hangen.’’
TNO-advies afzuigkappen
- Om kookluchtjes en verontreiniging af te zuigen, is een capaciteit van minimaal 300 m3/uur nodig. Indien op de achterste pitten wordt gekookt, worden dan vrijwel alle kookdampen afgevangen. Bij koken op de voorste pitten kan de efficiëntie veel lager zijn.
- De kap moet minimaal even groot zijn als de kookplaat en moet bij voorkeur een randje hebben van ongeveer 5 cm, zodat de damp eronder blijft.
- De vetafvangst moet voldoende hoog zijn. Hoe goed die is, kan worden afgeleid van het energie-efficiëntielabel van de afzuigkap. Hoe beter de klasse, hoe meer vet er wordt opgenomen.
- Inductief koken wordt aanbevolen. Dat voorkomt verbrandingsgassen die het gevolg zijn van koken op aardgas.
In Nederland is op dit moment ongeveer de helft van iedere verkochte afzuigkap een recirculatiekap. Het idee van recirculatiekappen is dat kookgeuren in een koolfilter of met behulp van een plasmafilter worden afgevangen. Voordeel van recirculatiekappen is dat geen kanaal naar buiten hoeft te worden aangelegd. Nadeel is dat de filters die TNO tot nu toe testte, slechts beperkt fijnstof afvangen.
Ook verbrandingsgassen zoals NO2 worden slechts beperkt afgevangen. Daarom raadt TNO recirculatie af, zeker bij koken op gas. Aanbevolen wordt de kookdampen direct naar buiten af te voeren met een afzuigkap van voldoende capaciteit. Wanneer dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld in een bestaande situatie, dan is koken op een inductieplaat verstandig omdat daarbij geen verbrandingsgassen ontstaan. Het is bovendien belangrijk om dan tijdens en na het koken extra te ventileren.